U kunt ons ook telefonisch bereiken op

De overheid

Wat doet de overheid?
Alle voorzieningen in Nederland zijn gebaseerd op de sociale-verzekeringswetten. Deze wetten regelen een uitkering bij het wegvallen van inkomen door bijvoorbeeld ouderdom. Hieronder vertellen wij u meer over de AOW.

 

Algemene Ouderdomswet (AOW) 
De AOW geeft recht op een basis ouderdomspensioen. De AOW-leeftijd gaat in stapjes omhoog naar 67 jaar in 2021. Daarna stijgt de AOW-leeftijd verder afhankelijk van de levensverwachting. Bij overlijden stopt het AOW-pensioen.

Voor wie:

  • Iedereen die in Nederland woont.
  • Iedereen die niet in Nederland woont, maar hier wel werkt en op grond daarvan aan de loonbelasting is onderworpen. Vanaf 1 januari 2000 is iemand die naar het buitenland vertrekt of die al in het buitenland woonde en daar een langlopende (Nederlandse) uitkering ontving, op grond van die uitkering niet langer verzekerd voor de volksverzekeringen. Ook zijn niet verzekerd personen die in het buitenland gaan werken. Al deze personen kunnen een vrijwillige AOW en/of ANW-verzekering afsluiten (doorgaans beperkt tot maximaal 10 jaar). Dit moet gebeuren binnen een jaar na het einde van de verplichte verzekering.

Voorwaarden:
U krijgt een volledig AOW-pensioen als u in de 50 jaar voor uw AOW-leeftijd altijd verzekerd bent geweest. Voor ieder jaar dat men niet verzekerd is geweest wordt een korting van 2% per niet verzekerd jaar toegepast op het AOW-pensioen en/of de toeslag.

Hoogte AOW-pensioen 

  • Voor alleenstaanden is het AOW-pensioen circa 70% van het nettominimumloon.
  • Alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar ontvangen circa 90% van het nettominimumloon.
  • Gehuwden of samenwonenden ontvangen circa 50% van het nettominimumloon. Wie samenwoont met een ouder of een eigen kind of met meerdere personen wordt niet als gehuwd aangemerkt. Gehuwden of ongehuwd samenwonenden hebben elk een zelfstandig recht op pensioen.

Toeslag

De AOW-toeslag voor een partner is vanaf 2015 vervallen. Daarvoor kon u een toeslag boven op uw AOW-pensioen krijgen als uw partner nog geen AOW kreeg en niet te veel verdiende. Heeft u al een toeslag? Dan houdt u deze zolang uw partner niet te veel verdient.

 U krijgt geen toeslag als u:
  • nu voor het eerst AOW krijgt, of
  • vanaf 1 januari 2015 of later samen woont, of
  • eerst geen toeslag kreeg omdat uw partner te veel verdiende. Ook als uw partner nu minder gaat verdienen, kunt u geen toeslag krijgen.
Ook als u al een toeslag ontvangt zijn er voorwaarden om deze toeslag te behouden.

 

Voor de meesten is de AOW een basis, voor de oude dag. Om het leven te leven zoals gewenst is zal er voor de meesten vanuit het pensioen en /of lijfrente een aanvulling moeten komen.